26 april 2020 In de media

Terug naar seizoen 2003/04: de bijna degradatie van Vitesse

Het valt hedendaags nauwelijks meer voor te stellen, maar vorig decennium had Vitesse een abonnement op het rechterrijtje. Het dieptepunt werd de zestiende plaats in het seizoen 2003/2004.
Al haalde Vitesse destijds met die eindklassering opgelucht adem. De FC Hollywood aan de Rijn ontsnapte ternauwernood aan directe degradatie en wist het vege lijf in de nacompetitie te redden. Om het dramatische seizoen met maar vier zeges te duiden, moeten we terug naar het tijdperk Karel Aalbers.

De voormalig voorzitter – hij pakte Vitesse in 1984 op uit de kelder van de Eerste Divisie – liet in 1998 het GelreDome uit de grond stampen. Dat werd het eerste stadion in Nederland met een uitschuifbaar dak én veld. Vitesse moest daarmee uitgroeien tot een volwaardige topclub. Het bleek allemaal te mooi om waar te zijn. Drie jaar na de opening van het stadion stond de politie bij Aalbers voor de deur. Hij werd gearresteerd op verdenking van fraude en moest aftreden als preses van Vitesse. De club bleef achter met een schuld van 59 miljoen euro en een niet rendabel stadion.

De gemeente Arnhem besloot Vitesse en haar onderkomen te redden. Echter hield het reddingsplan niet rekening met mogelijke degradatie. Dat bleek in het seizoen 2003/2004 een pijnlijke misvatting. De naweeën van de grootheidswaanzin van Keizer Karel werden Vitesse bijna fataal. In 2003 wisten de Arnhemmers nog te ontkomen aan nacompetitie, maar een seizoen later kieperde de club nog dieper het ravijn in. De status van Eredivisionist hing wel aan een héél zijden draadje. 

Piepjong
Edward Sturing, destijds bezig aan zijn derde periode als trainer van Vitesse, werkte het seizoen met een flink uitgeholde selectie. Het vorige seizoen waren dragende spelers als Victor Sikora (Ajax), Mahamadou Diarra (Olympique Lyon), Remco van der Schaaf (PSV) en Michel Kreek (AEK Athene) al kwijgeraakt. Voor het bijna fatale seizoen zag Vitesse ook nog eens de ervaren spelers Dejan Stefanovic (Portsmouth), Bob Peeters (Millwall), Gert Claessens (in winter naar Racing Genk) en Didier Martel (in de winter naar Helmond Sport) vertrekken. Vanwege hun salaris moest Vitesse deze spelers wel slijten. Volgens Sturing had Vitesse nog geen geld om een fiets te kopen.

Sturing moest het doen met een piepjonge selectie, die ook nog werd geteisterd door blessureleed. Mannen als Nicky Hofs (20), Theo Janssen (21, de eerste seizoenshelft nog verhuurd aan RC Genk), Stijn Schaars (19), Matthew Amoah (22), Michael Dingsdag (20) en Jhonny van Beukering (19) stonden toen nog aan het begin van hun carrière. Met Bert Konterman (31) werd nog wel ervaring ingevlogen. Winterse paniekaankopen Peter van Vossen (35) en Paulo Rink (30) hadden niet het gewenste effect. Van Vossen kwam maar tot zes Eredivisie-optredens. Hij raakte al gauw geblesseerd en moest vanwege een rode kaart ook nog drie duels brommen. Met Rink haalde Vitesse vooral een vreemde snuiter binnen, die eens na een uitwedstrijd met de taxi naar huis ging en een warming-up met zijn zoontje deed.

Laatste strohalm
Op de allerlaatste speeldag was het alles of niets voor Vitesse. In een thuiswedstrijd tegen FC Utrecht was het bereiken van de nacompetitie het hoogsthaalbare. Maar door slechts drie zeges in de voorgaande 33 wedstrijden werd voor het ergste gevreesd. Vitesse had amper aanknopingspunten. Behalve dat een van de drie zeges geboekt werd tegen FC Utrecht, de tegenstander op de zestiende van mei. Daarnaast had Utrecht nog een bekerfinale tegen FC Twente in het verschiet liggen. Dankzij nota bene Rink greep Vitesse toch die laatste strohalm. In de voorgaande maanden werd de Duits, Braziliaanse de paria van Vitesse, tegen Utrecht werd het enfant terrible bejubeld. Vitesse won met 3-0 dankzij twee doelpunten en een assist van Rink.

FC Zwolle degradeerde rechtstreeks en Vitesse leefde nog. In de nacompetitie – toen nog in een poulesysteem – verdreef Vitesse het degradatiespook voorgoed. De ploeg van Sturing raakte in de groep met Eerste Divisie-clubs Sparta, Helmond Sport en VVV-Venlo plotseling in de winning mood. Alleen de uitwedstrijden tegen Helmond en VVV speelde Vitesse gelijk, de overige duels werden gewonnen. Tot opluchting van iedereen met een geel-zwart hart, eindigde het horrorseizoen toch met een happy end. Hoewel financiële problemen Vitesse de jaren erna bleven achtervolgen en het GelreDome nog steeds als een molensteen om de nek van de club hangt, werd het nooit meer zo gitzwart als toen.

Resultaat: 16e (28 punten, 39 doelpunten voor, 56 tegen)
Trainer: Edward Sturing
Topscorer: Emile Mbamba (6)

Selectie (Eredivisie-duels)
Keepers: Dragoslav Jevric (13), Jimmy van Fessem (22) Verdedigers: Tim Cornelisse (32), Bert Konterman (31), Ruud Knol (12), Purrel Fränkel (27), Aleksandar Rankovic (26), Michael Jansen (18), Michael Dingsdag (13), Aleksandar Ilic (18) 
Middenvelders: Nicky Hofs (27), Theo Janssen (16), Gert Claessens (12), Ricky Bochem (16), Stijn Schaars (21), Raymond Fafiani (13) 
Aanvallers: Emile Mbamba (27), Matthew Amoah (11), Paulo Rink (17), Didier Martel (13), Mamadou Zongo (21), Bob Peeters (1), Johnny van Beukering (14), Eldridge Rojer (25), Peter van Vossen (6)

FCUpdate / Foto’s SV

Hoofdsponsor: