Engelse vleugel van Vitesse
Liefst zes voetballers van de Engelse topclub stapten tijdens de voorbije transferperiode op huurbasis over naar de eredivisionist uit Arnhem. Patrick van Aanholt, Gaël Kakuta, Christian Atsu, Cristian Cuevas, Sam Hutchinson en Lucas Piazon. In de eerste drie seizoenen van Jordania bij Vitesse waren dat er telkens ‘slechts’ drie geweest.
Voor de KNVB is het geen probleem. De reglementen van de nationale voetbalbond schrijven voor dat er maximaal vijf spelers verhuurd mogen worden tussen clubs die in dezelfde Nederlandse competitie uitkomen. Is er een buitenlandse club bij de huurconstructie betrokken, dan gelden er geen regels en dus ook geen limieten.
Voor Vitesse is de innige samenwerking met Chelsea meer dan ooit welkom, nu de Arnhemse club zucht onder de beperkingen van het Financial Fair Play. In 2009 besloot de Europese voetbalbond UEFA strikte regelgeving in te voeren die de financiële wanorde in het internationale voetbal tegen moet gaan en die de ongelijkheid tussen de clubs moet verminderen. Op termijn moeten clubs zichzelf kunnen bedruipen, zonder de financiële injecties van suikerooms uit het Midden-Oosten of, in het geval van Vitesse, uit Georgië. Voorlopig wordt dat nog wel gedoogd, in afnemende mate. Clubs mogen in drie seizoenen in totaal nog 45 miljoen euro schuld maken.
Vitesse blijft onder dat bedrag, dankzij de transferopbrengsten van Wilfried Bony en Marco van Ginkel. Bony ging deze zomer voor 16 miljoen (en een bonus van 2 miljoen) naar Swansea City, terwijl Chelsea ongeveer 8 miljoen euro betaalde voor Van Ginkel. Dat geld kon niet worden gebruikt om te investeren in nieuwe spelers. Dus zocht Vitesse naar goedkope oplossingen en die vond het ook.
Kelvin Leerdam (Feyenoord) en Marko Vejinovic (Heracles) waren transfervrij en naast de zes huurlingen van Chelsea lijfde Vitesse ook Francisco Junior op uitleenbasis in. Hij kwam over van Everton. Trainer Peter Bosz wenste in de slotfase van de transferperiode versterking voor elke linie van zijn elftal. Die kreeg hij ook, al vond hij geen echte goalgetter, die topscorer Bony zou moeten vervangen, tussen alle nieuwelingen.
In die periode sprak Bosz realistische en veelzeggende woorden. „Vitesse heeft zelf geen mogelijkheden, dus het zal van Chelsea moeten komen.”
In Londen was het vissen in een volle vijver, want de regerend winnaar van de Europa League zit behoorlijk ruim in de contractspelers. De A-selectie telt 27 voetballers, onder wie de ex-Vitessenaren Van Ginkel en Tomas Kalas. Bij Chelsea onder 21 jaar zijn elf man ondergebracht en daarnaast heeft de club momenteel liefst 24 spelers gestald bij andere clubs.
Op huurbasis, net als de zes van Vitesse.
Dat aantal uitgeleende spelers is onwaarschijnlijk hoog. Maar er zit wel duidelijk een visie achter, zo expliceert Piet de Visser. De gewezen trainer is scout van Chelsea, bevriend met Abramovitsj en hij ontdekte onder anderen Piazon en Cuevas op jeugdtoernooien in Zuid-Amerika.
„Op een gegeven moment moest Chelsea gearriveerde spelers als Drogba, Carvalho en Essien veel te duur kopen”, legt De Visser uit. „De club heeft toen een omslag gemaakt, door meer te investeren in talent. Er is ook een prachtige academie neergezet, met 30 velden.”
Het is een interessante nuancering van het imago van Chelsea, dat door de geïnvesteerde honderden miljoenen van Abramovitsj vaak een poenerige club wordt genoemd. De Visser: „Chelsea investeert juist in talent. En als een speler dan geen kans heeft om al in het eerste elftal te spelen, dan verhuurt de club hem.”
Dat doet Chelsea uiteraard niet uit liefdadigheid. „Als een derde van die spelers terugkomt en het eerste elftal haalt, dan is het pure winst”, stelt De Visser. Een derde, dat lijkt veel. „Ik weet zeker dat Thibaut Courtois hier keeper wordt. Kevin de Bruyne (was verhuurd aanWerder Bremen, speelt nu bij Chelsea, red.) heeft het ook bewezen dat het kan. En Romelu Lukaku is over een paar jaar de eerste spits van Chelsea. Zo hoop ik dat het ook met Van Aanholt en meer van die spelers zal gaan.”
Dat brengt ons bij de prangende vraag, hoeveel van de zes huurlingen in Arnhemse dienst ooit de hoofdmacht van Chelsea zullen halen. „In principe allemaal”, toont De Visser zich optimistisch. „Waar het om gaat is dat de een meer tijd nodig heeft dan de ander. De Nederlandse competitie is een goede plek voor die spelers om zich verder te ontwikkelen.
De talenten zijn in goede handen bij Jordania en bij Bosz, die met geweldige talenten kan werken. Wij hebben er alle vertrouwen in. Dit is goed voor de spelers, voor Chelsea en voor Vitesse.”