20 december 2012 In de media

Marco van Ginkel, de trots van Scherpenzeel

Hij is de motor van Vitesse, geldt als het grootste talent van Nederland en debuteerde vorige maand in Oranje. Voor Marco van Ginkel was 2012 een jaar vol hoogtepunten.
De twintigjarige middenvelder staat aan het begin van een grote carrière, maar koestert zijn vertrouwde omgeving. VI ging op zoek naar zijn roots. ‘In Scherpenzeel heb ik alles wat ik nodig heb.’

Een gure decembermiddag in Scherpenzeel. We begeven ons aan de bosrijke rand van het dorp, gelegen in de fameuze Bijbelgordel in het grensgebied tussen de provincies Utrecht en Gelderland. Omringd door plaatsen als Woudenberg. Renswoude en Barneveld presenteert Scherpenzeel zich als het kloppend hart van de Gelderse Vallei. Op een van de donkerste dagen voor Kerst gidst de bekendste inwoner ons door zijn vertrouwde omgeving, waar de kerk een belangrijke plek inneemt in hel straatbeeld. ‘Scherpenzeel heeft ruim negenduizend inwoners en in totaal zeven kerken, geloof ik! begint Marco van Ginkel, terwijl we langs de grootste kerk rijden. ‘Onlangs is deze nieuw gebouwd en als hij binnenkort open gaat, zullen er veel mensen op afkomen. Dat heb ik van horen zeggen, want zelf kom ik nooit in de kerk. Ik ben protestants, maar zeker niet streng gelovig opgevoed. Als kind zat ik op een protestants-christelijke basisschool, elke dag begon met een kort gebed, maar verder hing er een heel vrije en warme sfeer. Eigenlijk zoals die overal in dit dorp hangt.’

Mini-museum

Het zal niet de enige keer deze middag zijn dat Van Ginkel vol lof over zijn omgeving praat. Hij mag dan definitief zijn doorgebroken en als het grootste talent van Nederland gelden, de kans is erg klein dat hij Scherpenzeel de rug zal toekeren. Twintig jaar geleden werd hij geboren in het ziekenhuis van Amersfoort, maar het nabijgelegen dorp betekende al direct zijn thuisbasis. Al zijn familie woont er, vriendin Kristie komt ervandaan en ook bijna zijn hele vriendengroep. ‘Alles voelt vertrouwd hier. Ik heb het goed bij mijn ouders, kom uit een hecht gezin. Mijn zussen Danielle en Miranda wonen ook nog thuis, en dat zorgt elke dag voor veel gezelligheid. Behalve hel voetbal, speelt mijn hele sociale leven zich af in Scherpenzeel. Voorlopig hoeft daarin geen verandering te komen, hier heb ik alles wat ik nodig heb.’

Dat gevoel werd een paar uur eerder in huize Van Ginkel nog eens benadrukt, hl het hoekhuis aan de rand van het dorp heerst een ontspannen sfeer. In de woonkamer hangt een Duits shirt aan de kast. Het is een wedstrijdtricot van Phillip Lahm. De linksback van Bayern München en 88-voudige international was op 14 november de directe tegenstander van Van Ginkel tijdens het oefenduel van Oranje met Die Mannschaft (0-0).

‘Het shirt zal binnenkort in de andere kamer worden opgehangen.’ Met de andere kamer doelt het talent op een klein vertrekje naast de woonkamer, dat steeds meer vorm krijgt als mini-museum. Een tiental shirts hangt achter elkaar aan een rek. Van het tricot van long Italië, geruild met voormalig ploeggenoot Luca Caldirola, tot aan een RKC Waalwijk-shirt van Guy Ramos. ‘Hij wilde het ruilen toen ik tegen hem speelde.

Prima toch? Een shirt van RKC is óók leuk voor de collectie.’ Aan de muur hangen twee ingelijste tricots van Vitesse; een thuis- en een uitshirt. ‘Die zijn van mijn eerste duels voor de club, drie jaar geleden.’ Het pronkstuk hangt in het midden. Het Nederlands elftal-shirt van vorige maand, samen ingelijst met het bekende haasje, dat hij kreeg voor zijn interlanddebuut. ‘Dat was een absoluut hoogtepunt! kijkt hij terug op het oefenduel met Duitsland, waarin hij een half uur voor tijd inviel voor Ibrahim Afellay. ‘Ik was destijds nog negentien jaar en dan ben je niet zo snel met het grole Oranje bezig. Ik was blij verrast met de uitverkiezing en heb het als een bijzondere week ervaren. De sfeer was ontspannen en dat ik mijn debuut mocht maken in een wedstrijd tegen Duitsland was natuurlijk fantastisch. Volgens mij was het hele dorp uitgelopen voor die wedstrijd. Familie, vrienden; alles zal op de tribune. En hoewel het niet de meest spectaculaire pot was, voelde het toch als heel speciaal moment.’

Een hoogtepunt, dat voortkomt uit zijn sterke optredens bij Vitesse. Al is hij pas amper twintig jaar, Van Ginkel is al aan zijn vierde seizoen bezig in de eerste selectie. Een periode waarin een groter contrast tussen heden en verleden ondenkbaar is. Als zeventienjarige puber debuteerde Van Ginkel onder Theo Bos in een elftal zonder waarde, zonder noemenswaardige ambities en vechtend in de kelder van de Eredivisie. Na Hans van Arum, Albert Ferrer en John van den Brom is de middenvelder met Fred Rutten alweer aan zijn vijfde trainer toe, maar nog belangrijker: Vitesse is weer een topclub. ‘Het verschil is groot, heel groot, maar ik ben zelf natuurlijk óók veranderd. Ik weet nog goed dat ik als zestienjarig jochie bij de selectie werd gehaald. Er hing een negatieve sfeer in de club, veel irritaties en afgunst. Ik herinner me nog dat in mijn eerste trainingsweek twee spelers het tijdens de training flink met elkaar aan de stok hadden. Ze scholden elkaar helemaal verrot. Ik wist niet wat ik meemaakte. Ik was de jeugd gewend, waar het er allemaal rustiger en vriendelijker aan toe ging. Mijn vader reageerde heel luchtig toen ik hem destijds erover vertelde: "Wen er maar aan. dal is het profvoetbal* zei hij. Hij kon het weten, want mijn vader heeft in het verleden nog bij FC Utrecht gespeeld.’ Alex van Ginkel, die in het seizoen 1987/88 negen competitie-en drie UEFA Cup-duels voor Utrecht afwerkte maar vanwege een slepende knieblessure moest stoppen met het spelen van profvoetbal, begeleidde zijn jonge zoon tijdens diens eerste stappen in de A-selectie van Vitesse. Van Ginkel senior, die nu werkzaam is in het centrum van Scherpenzeel bij een kantoor voor verzekeringen en pensioenen, gaf junior enkele belangrijke lessen mee. ‘Mijn ouders hebben me altijd gesteund, maar nooit overdreven gepusht,’ vertelt Marco van Ginkel. ‘Om me heen heb ik genoeg talenten gezien die door hun familie helemaal groot werden gemaakt. Maar dat werkte uiteindelijk vaak averechts. Bij ons thuis werd er vaak over voetbal gepraat, maar dat was vooral omdat mijn vader en ik er helemaal bezeten van waren. Na elke wedstrijd zei mijn vader ook altijd eerlijk wat hij ervan vond, maar nooit op een verwijtende manier. Vaak was het ook niet nodig, want had ik zelf wel door wat ik wel en niet goed had gedaan.’

Valleivogels

We vervolgen de weg richting het centrum. Via de Dorpsstraat komen we uit bij de Marktstraat, waar Eet- en Drinkhuys De Kromme Hoek een geliefde bestemming is van de lokale jeugd. De uitbater groet Marco van Ginkel hartelijk. ‘In Scherpenzeel kent iedereen elkaar.’ vertelt de speler. ‘Het is een hechte gemeenschap, dat vind ik alleen maar mooi. Hier komen veel jongeren op vrijdagavond samen. Met onze vriendengroep hebben we hier al heel wat avondjes versleten. Meestal vindt hier het indrinken plaats, om daarna met taxibusjes richting de grotere plaatsen in de omgeving te gaan. Utrecht, Ede of Arnhem.’

Al vier seizoenen struint Marco van Ginkel de velden af als groeibriljant van Vitesse, maar het leven buiten de kalklijnen moet voor hem vooral normaal blijven. ‘Natuurlijk merk ik dat je als profvoetballer in een heel andere wereld terechtkomt. Het is een harde wereld, waarbij je soms ook vol in de spotlights staat. Bij jonge talenten merk je nog weleens dat ze niet met alle weelde en aandacht kunnen omgaan. Dat ze opeens veranderen. Gelukkig ben ik daar veel te nuchter voor. Ik ga echt niet opeens stoer doen omdat ik aardig tegen een balletje kan trappen.’

Verstandige woorden van iemand die net een paar weken zijn tienerjaren heeft afgesloten. ‘Ik ben voetballer, maar ook gewoon een jongen die van een leuke jeugd wil genieten. Natuurlijk zijn er grenzen. Als ik met mijn vrienden hier de kroeg in ga, dan is dat niet als ik een dag later moet voetballen. En waar zij doorhalen tot in de vroege uurtjes, hou ik zeker wel rekening met mijn nachtrust. Vaak zie ik de volgende ochtend wel aan de foto’s in de WhatsApp hoe de nacht is verlopen. Iedereen weet dat ik serieus met het voetbal bezig ben, maar ook van gezelligheid hou.’ Van Ginkel ondervindt met regelmaat de voordelen van zijn talent. ‘Vrienden van me studeren nog. werken in de bouw en een paar zitten in het leger. Ze maken lange dagen. Ik zeg niet dat ik het gemakkelijk heb, maar over luxe heb je als voetballer zeker niet te klagen. Ik rij in een Audi 4, terwijl ik net twee jaar mijn rijbewijs heb. Ik besef dat zoiets voor andere jongens van amper twintig niet vanzelfsprekend is. Toch betekent het niet dat ik me méér voel dan een ander, en het prettige is dat vrienden van me hel ook niet zo zien. Ik ken ze al mijn hele leven. Zij komen vaak bij mij kijken, maar als ik niet hoef te voetballen, sta ik op zaterdagmiddag net zo graag bij hen langs de lijn bij mijn amateurclub De Valleivogels.’

Van Ginkel geeft met het noemen van die naam indirect het signaal voor de volgende halte. Net zoals het gelovige Spakenburg wordt verdeeld tussen twee voetbalclubs, geldt dal ook voor Scherpenzeel. En ook hier geldt een strijd tussen De Rooien en De Blauwen. Die laatste vereniging, VV Scherpenzeel, is de kleinste van de twee, actief in de Vierde Klasse. De Valleivogels kwam eind vorige eeuw twaalf jaar uit op het hoogste niveau van de zaterdagamateurs en is in de laatste seizoenen weer opgeklommen tot de Eerste Klasse. Kantinebeheerder Piel van den Brandhof komt op deze middag graag naar het complex om de trots van de club te verwelkomen. ‘Ik ken Marcootje nog van toen hij een klein jochie was.’ zegt de clubman. ‘En toen zag ik het al: die jongen heeft veel talent met een geweldig schot.’

Met een bescheiden glimlach hoort Van Ginkel de lofzang aan. Midden in de kantine hangt een ingelijst Vitesse-shirt met de naam van de speler achterop. Als Vriend van De Valleivogels staal die eveneens op een naambordje bij de gulle sponsors, die elk jaar honderd euro aan de club doneren. ‘Elke donderdag- en zaterdagavond zit het hier bomvol.’ zegt Van Ginkel. ‘Elf seniorenelftallen spelen hier. in totaal heeft de club zevenhonderd leden. Veel vrienden voetballen bij deze club. Zij zijn op een clubavond een tijdje terug ook al eens met de pet in de kantine rondgegaan om geld voor mij in te zamelen. Niet voor mijzelf, maar voor een groot spandoek in Gelredome. Dat hangt nu duidelijk zichtbaar achter hel doel. Een groot doek met de tekst: SV De Valleivogels groet Marco van Ginkel. Met een foto van mij ernaast. Toch leuk om elke wedstrijd weer te zien.’

We lopen over het complex, tussen de vier velden door, als Van Ginkel wal herinneringen ophaalt. ‘Ik ben al op mijn negende weggegaan naar Vitesse, ik zal in de D1. Op dat veld heb ik volgens mij mijn meeste wedstrijden gespeeld.’ Van Ginkel wijst naar een grasmat achter in de hoek van hel complex. Al op jonge leeftijd sloeg het talent van De Valleivogels zijn vleugels uit. FC Utrecht, de club waar zijn vader had gespeeld, had interesse, maar bij Vitesse kon hij direct wedstrijden gaan spelen. De keuze viel op Arnhem en zijn leefwijze veranderde rigoureus, ’s Ochtends om zeven uur werd hij met een busje van de club opgehaald om. samen met onder anderen Ricky van Wolfswinkel uil het nabijgelegen Woudenberg, naar de Gelderse hoofdstad te reizen. ‘School, huiswerk maken, trainen en dan waren we om zeven uur ’s avonds weer thuis. Jarenlang was hel mijn vaste ritme, maar ik deed het allemaal met veel plezier.’

Zowel op school als op het veld werd het talent van Van Ginkel erkend. Hij behoorde jaarlijks tot de beste spelers van zijn lichting, en rondde ook de havo zonder al te veel moeite af. Ten tijde van zijn eindexamen had hij al een profcontract, was inmiddels ook al speler van het eerste elftal, maar alles op het voetbal gooien was er niet bij. Nog altijd niet. ‘Voetbal is mijn beroep, maar dat betekent niet dal ik mijn ogen sluit voor andere dingen. Het komt geregeld voor dat ik aan het begin van de middag al thuis ben. Dan kan ik wel achter de PlayStation gaan zitten en computerspelletjes spelen, maar ik kan mijn tijd ook aan nuttige dingen besteden.’ In de laatste jaren rondde hij dankzij die instelling al een talencursus Engels af, en inmiddels is hij via een thuis-studie begonnen aan een cursus midden- en kleinbedrijf (MKB). ‘Iets heel anders, maar heel leerzaam. Ik merk dat ik hel fijn vind mezelf ook op andere gebieden door te ontwikkelen.’

Titelstrijd

Van de kantine van De Valleivogels gaan we naar het historische middelpunt van het dorp. Het Huis Scherpenzeel wordt als pronkstuk van het plaatsje beschouwd en staat ook op de rijksmonumentenlijst. Het kasteel op het toenmalige landgoed Scherpenzeel was eeuwen geleden de belangrijkste vesting van de omgeving. In de laatste decennia heeft het nog dienst gedaan als gemeentehuis, maar inmiddels wordt het vooral gebruikt voor feestelijke aangelegenheden. ‘En het is ook de plek waar ik geregeld de hond van mijn vriendin uitlaat; klinkt het luchtig uit de mond van Van Ginkel. ‘Op loopafstand vind je hier een mooie groene omgeving, en dat in het centrum…’

Tegen het rustgevende decor koerst het gesprek al snel weer af op de actualiteit en wel de stormachtige omwikkelingen van zijn werkgever. Vitesse sluit 2012 af op een verdienstelijke plaats in de top van de Eredivisie. Met dank aan de miljoenen van Merab Jordania is de Arnhemse club terug in de bovenste regionen. ‘Je merkt heel goed dat de buitenwereld anders tegen Vitesse aankijkt. Een paar jaar geleden, in de tijd dat ik mijn debuut maakte, was het onrustig. Vitesse werd Hollywood aan de Rijn genoemd en er werd overal lacherig gedaan over de ambitieuze plannen.’ Ook intern waren er veel vraagtekens. ‘Ik herinner me nog goed het moment dat we werden ingelicht. In Nederland was niemand bekend met zoiets, en ikzelf wist ook niet wat ik ervan moest denken. Een man uit Georgië die de club overneemt en voor het kampioenschap wil gaan… Er was veel onduidelijk, maar inmiddels heeft het Vitesse veel opgeleverd. We worden weer serieus genomen en als een topclub gezien.’

Marco van Ginkel zag in de tussentijd allerlei nationaliteiten voorbijkomen, maar waar andere spelers afvielen, behield hij als enige zijn basisplaats. De middenvelder staat symbool voor de eigen identiteit van Vitesse en wordt steevast als tegenargument genoemd als de club wordt geconfronteerd met het etiket handelshuis. ‘Ik denk dat Vitesse nu een goede balans heeft gevonden. In het begin moest er een (linke inhaalslag worden gemaakt. Allerlei spelers kwamen binnendruppelen. op een gegeven moment werd Engels zelfs de voertaal, maar het leverde niet het gewenste resultaat op. Dankzij spelers als Nicky Hofs, Theo Janssen, Eloy Room, Piet Velthuizen, Davy Pröpper en mij heeft Vitesse een regionaal gezicht, terwijl het tegelijkertijd de top bestormt. Dit Vitesse is herkenbaar voor de fans, en je merkt steeds meer positieve geluiden rond de club.’

Lange tijd leek een kampioenschap in 2013 grootheidswaanzin, maar wie terugkijkt op de eerste helft van dit seizoen, zou niet weten waarom Vitesse geen titelkandidaat meer is. ‘Alles kan en iedereen ziel dat we op de goede weg zijn. We hebben elke club een keer gehad en staan terecht in de top. Bovendien hebben we gewonnen bij PSV en Ajax. Dat laat zien dat er veel kwaliteit in deze selectie zit.’ Het meespelen om de titel wordt veelal opgehangen aan het wel of niet behouden van doelpuntenmachine Wilfried Bony. ‘Dat gaat zeker meespelen. Ik weet niet of hij blijft, maar ik hoop het wel. Een speler als Bony heb ik nog nooit gezien. Zó veel kracht, zó doelgericht. Het is heerlijk met hem samen te spelen. Je merkt het vooral in de topduels. Dan sta je onder druk, maar houdt hij even een balletje simpel vast, en komen we weer in de wedstrijd. Ik kan er echt van genieten als ik zijn directe tegenstanders zie ploeteren. Ze komen er gewoon niet aan. Bony is een beest. Toen ik hem tegen PSV tekeer zag gaan, kreeg ik nóg meer waardering.’

Vol verwachting zal voetbalminnend Arnhem toeleven naar het nieuwe jaar. Of Vitesse zich zal kunnen blijven mengen in de titelstrijd is de vraag, maar op de achtergrond zet de club sowieso een nieuwe stap richting de top. Begin februari wordt een hypermodem trainingscomplex geopend. met alle benodigde faciliteiten. ‘Het zal zeker even wennen worden.’ weet Van Ginkel. ‘De Slenk was een begrip. Knus. gezellig, maar ook met veel mankementen. Een paar jaar geleden stonden we nog onder koude douches, nu gaat er een nieuwe wereld open. Dat zal de club alleen nog maar verder vooruit helpen.’

De toer door het dorp zit erop, maar toch blijft een prangende vraag hangen. De ontwikkeling van Vitesse en Van Ginkel lopen eindelijk parallel, maar voor hoelang nog? De naam van het talent pronkt op de lijstjes van internationale scouts. Clubs uit Spanje. Italië, Duitsland en Engeland zouden hem op de korrel hebben. De leiding van Vitesse liet onlangs weten dat Van Ginkel op dit moment simpelweg niet te koop is. Nuchter kijkt de trots van het dorp naar de toekomst. ‘Vitesse groeit, waarom zou ik dan weggaan bij de club? .’Die belangstelling is leuk. maar meer ook niet. Ik kan nog veel beter worden, veel sterker. Fysiek heb ik pas mijn groeispurt gehad, en bij Vitesse zijn alle voorwaarden aanwezig om mezelf verder te ontwikkelen. Intussen blijf ik lekker in Scherpenzeel wonen. |e hebt vandaag kunnen zien dat daar niets mis mee is’

Voetbal International magazine wk 51 / Foto’s SV

Hoofdsponsor: