10 oktober 2014 In de media

Abiola Dauda: de Zweedse sniper uit Lagos

Heeft Vitesse de nieuwe Wilfried Bony gecontracteerd of waren de drie treffers van Abiola Dauda (26) tegen Excelsior domweg geluk? VI dook in het roerige verleden van de Nigeriaanse Zweed.
‘Eigenlijk had deze jongen nog gewoon in Afrika moeten spelen.’‘Dit is het meest krankzinnige voetbalverhaal dat ik ooit heb verteld. Sommigen spreken van een sprookje, maar eigenlijk is het nog minder geloofwaardig. Dat Nederland inmiddels kennis heeft mogen maken met Abiola Dauda heeft niets met carrièreplanning te maken. Wat dan wel? Toeval. Misschien wel het lot.’

Aandachtig luisteren we naar Patrick Mörk. Een Zweedse zaakwaarnemer met een rijk verleden in de Eredivisie. De gebroeders Elm, Oscar Hiljemark, Frederik Stenman… Zomaar een paar spelers die Mörk naar Nederland heeft gebracht. Zijn meest recente wapenfeit is Abiola Dauda, een Nigeriaanse spits die deze zomer de overstap maakte van Rode Ster Belgrado naar Vitesse. De man die drie keer scoorde bij zijn basisdebuut tegen Excelsior én zodoende in Arnhem door het leven gaat als de nieuwe Wilfried Bony.

Mörk was het die hem acht jaar geleden een kans bood in Zweden én hem deze zomer naar Arnhem bracht. Een toptransfer? ‘Nee, want bij Abi valt niks te plannen’, meent de Zweed. ‘Daar begin ik ook niet meer aan. In de afgelopen acht jaar is alles precies zo gelopen als ik het niet had bedacht. Eigenlijk is het gewoon een vriend die per ongeluk mijn leven is komen binnenlopen.’

Valse voorwendselen

In de zoektocht naar het verhaal achter de nieuwe spits van Vitesse neemt Mörk ons mee naar de zomer van 2006. De zaakwaarnemer werd naar eigen zeggen gebeld door een van de grotere clubs in Zweden. Of hij zijn contacten in Afrika nog eens wilde aanboren. Er was namelijk een schaarste aan spitsen ontstaan. Zlatan Ibrahimovic maakte op dat moment furore bij Juventus maar in de toch al niet hoog aangeschreven Zweedse Allsvenskan was weinig nieuwe aanwas. Zoals wel vaker werd de blik verlegd naar Afrika, waar Mörk goede contacten had. De Zweed belde met Victor McDonald, een Nigeriaanse collega. ‘Het was niks bijzonders’, verzekert Mörk. ‘Afrikaanse spelers brengen wat extra’s. Ze zijn sterker, fit en bereid om in zichzelf te investeren. Clubs zonder een eigen scoutingapparaat belden mij dan op en vroegen of ik nog iemand wist.

Ik sprak McDonald, die net een groot talent had ontdekt. Zijn naam is me ontschoten. Ik was enthousiast en stemde in met een proefperiode. Vervolgens vroeg hij of ik nog een club wist voor een ander jeugdig talent. Op dat moment nog minderjarig, maar een speler met enorm veel potentie. Hij had het over ene Abi, een wonder op voetbalschoenen. Deze jongen was volgens de verhalen sneller dan Thierry Henry en in de lucht sterker dan Emmanuel Adebayor. Het klonk als een sprookje. Ik vroeg naar de club waar dit talent wekelijks speelde, maar dat was nogal onduidelijk. “Het is voornamelijk een straatvoetballer, een jongen uit Lagos”, vertelde hij. Vervolgens heb ik vriendelijk bedankt. Dat risico kon ik niet nemen.’

‘Twee weken later kwam die andere Nigeriaanse jongen aan op het vliegveld van Kopenhagen. Ik weet nog dat ik gebeld werd door de Deense douane. Dat gebeurt wel vaker bij spelers uit Afrika. Die komen dan het land binnen en zeggen dat ze komen voetballen. Wil de douane toch even controleren of de speler daadwerkelijk een uitnodiging heeft gekregen. Het verhaal klopte en ik vertelde de man aan de telefoon dat de aanvaller zou worden opgepikt door een collega. Vervolgens vroeg die douanier hoe het met die andere jongen zat. “Hoort die ook bij u?” Ik had geen idee waar hij het over had. Bleek er nog een Nigeriaanse jongen in dat vliegtuig te zitten.

Deze jongen was minderjarig en luisterde naar de naam Abiola Dauda. Het duurde even voordat er een belletje ging rinkelen. Mijn eerste reactie was: Stuur maar terug. Dit is niet mijn probleem. Na een lang gesprek met die douanier en enkele telefoontjes herinnerde ik me Anders Svensson. De eigenaar van vierdeklasser Sölvesborgs, die ik niet veel eerder had ontmoet op een vakantie in Thailand. De afspraak was dat ik bij een buitenkansje aan hem zou denken. Dat werd dus Abi.’[Op 9 augustus 2012 namens Kalmar FF in duel met Alain Nef van Young Boys.

Op 9 augustus 2012 namens Kalmar FF in duel met Alain Nef van Young Boys.Toeval dus. Abiola Dauda kwam bijna per ongeluk in Zweden terecht. De spits zelf zat onder valse voorwendselen in een vliegtuig naar Denemarken. Hij dacht een kans te krijgen in het land van Peter Schmeichel en Jon Dahl Tomasson, maar werd per auto naar het zuiden van Zweden gebracht. De afspraak was dat Dauda een weekje zou meetrainen bij Sölvesborgs en vervolgens op de kosten van de eigenaar zou terugvliegen naar Afrika. Het kleine stadje Sölvesborg waar ze nog nooit een buitenlandse speler hadden gehad, laat staan een gekleurde.

Enigszins verrast werd Mörk drie dagen later gebeld door Svensson. ‘“Niks terugsturen”, riep de eigenaar. Ze waren dolenthousiast! Sölvesborgs was een amateurclubje, maar voor Abi maakten ze een uitzondering. Hij kreeg een contract, een appartement en ging de Zweedse taal leren. Als ik me niet vergis scoorde hij in zijn eerste vijf wedstrijden meteen vijf keer. Daarna scoorde hij aan de lopende band. Abi werd een fenomeen. Ik weet dat ook Ajax hem toen nadrukkelijk in de gaten hield. Na een geweldig debuut was het tijd voor een vervolgstap. Dat werd Kalmar FF. Het ging zó snel. Ik weet nog dat ik dacht: Eigenlijk had deze jongen nog gewoon in Afrika moeten spelen.’

De Nigeriaanse straatvoetballer kreeg een gezicht. Andreas Yngvesson, journalist voor het Zweedse Östran, leerde Dauda in de zomer van 2008 kennen. Zijn naam zoemde al enkele maanden rond in het Zweedse voetbal. ‘Een goalgetter uit Nigeria, ergens in een lagere competitie. Dat was op zichzelf al opmerkelijk’, herinnert de journalist zich. ‘Onze eerste kennismaking was veelzeggend. Er kwam een rustige, vriendelijke man op me aflopen. Down to earth, geen vedetteneigingen. Hij was naar eigen zeggen naar Kalmar gekomen om doelpunten te maken. Hij was volkomen relaxed en zo is hij altijd gebleven. Ook toen hij de beste spits van Zweden werd.’

Yngvesson typeert Dauda als een ware prof. Naar de club, trainen, rusten, trainen en de volgende dag weer in hetzelfde ritme verder. ‘Hij was bezig aan een reis. An impressive journey, zoals hij het zelf noemde. Nigeria, Zweden en vervolgens de absolute top. Over zijn privéleven sprak hij het zelden. Iedereen wist dat hij gelovig was en schijnbaar had hij een Zweedse verloofde. Abi sprak liever over voetbal. In zijn eerste jaar bij Kalmar was het aanpoten. Ik herinner me een snelle jongen. Bijzonder explosief, maar niet de nummer 9 naar wie men op zoek was. Hij had een vijfjarig contract getekend maar belandde op de bank. Sommigen noemden hem een miskoop. Zelf bleef hij extreem kalm. “Het komt wel, het komt wel”, zo liet hij wekelijks optekenen.’

Het moest van ver komen. Dauda was in zijn eerste twee seizoenen vooral een bruikbare supersub. In zijn derde jaar leek het sprookje te eindigen. Er waren blessures, zijn moeder overleed en de trainer had weinig vertrouwen meer in de spits. ‘2011 was een rotjaar’, zo vertelde de Dauda eerder aan Voetbal International. ‘Ik was mentaal gebroken. Vrienden hebben me toen echt moeten aansporen er wat van te maken. Ik was uit op revanche.’

Dat lukte. Uitgerekend in zijn laatste contractjaar brak Dauda de ban met veertien goals in 25 duels. ‘Hij werd topscorer van Zweden en maakte de mooiste goal van het seizoen’, weet Yngvesson nog. ‘Abi was een complete spits geworden. Had leren meevoetballen én was levensgevaarlijk voor de goal. De jongen die eerder nog werd verketterd, moest volgens een van de grotere kranten maar een kans krijgen in het nationale team van Zweden. Zo opportunistisch is de voetballerij. Dauda was bezig met een Zweeds paspoort, dat hij inmiddels heeft gekregen. Vervolgens ging hij naar Rode Ster Belgrado. Die keuze begreep ik niet. Spelers die succesvol zijn in Zweden gaan vaak naar Nederland of Duitsland.’[Abiola Dauda houdt zich Wilfried Kanon van ADO Den Haag van het lijf.

Bliksemafleider

Mörk begrijpt de twijfels. Begin 2013 maakte zijn cliënt de overstap van Zweden naar Servië. Het werd een fiasco, al was de zaakwaarnemer onder de indruk van Dauda’s loyaliteit. ‘Na dat sterke jaar in Zweden wilde iedereen iets van hem. Tientallen zaakwaarnemers probeerden hem te benaderen. Maar Abi is me altijd trouw gebleven. We hebben geen contract, er is nooit iets op papier gezet. We vertrouwen elkaar. Rode Ster klonk als een mooie vervolgstap, maar pakte verkeerd uit. Daar hebben we een fout gemaakt. Hij deed het niet onaardig, maar de club kwam haar verplichtingen niet na. Maandenlang ontving hij geen salaris. Het werd een onwerkbare situatie. Ik ben vervolgens met onze advocaten naar de UEFA gegaan. Doel was om zijn doorlopende contract te laten ontbinden.

De eerste clubs uit China en Rusland toonden al interesse. De salarissen waren geweldig. Uit het niets was daar opeens Vitesse. Nog voordat we een oplossing hadden gevonden met de UEFA, kon hij opeens naar Nederland. Bovendien zou Vitesse een transfersom betalen. We hebben er niet lang over hoeven discussiëren. Abi was heel duidelijk: “Daar wil ik heen. Als ik in Nederland slaag, kan ik nog een volgende stap maken”. Het grote geld in Rusland en China liet hij bewust liggen. Hij koos voor zijn carrière.’

Volgens Mörk werd enkele dagen na het eerste contact al een handtekening gezet. Off the record wil de Arnhemse scouting van alles kwijt over de nieuwe nummer 9, voor de bühne blijven de lippen angstvallig op elkaar. Opdracht van technisch directeur Mo Allach, die zijn personeel aangaf dat het niet gebruikelijk was om op individuele spelers in te gaan. Zelfs niet als het om de mogelijke nieuwe publiekslieveling ging.

Misschien was Vitesse wel in paniek. Zonder spits had het aanvallende voetbal geen kans van slagen. Met een iets langere adem was Dauda misschien wel gratis naar Gelderland gekomen. Hoe dan ook, Vitesse had een nieuwe nummer 9. Wel had de spits bij binnenkomst al bijna vijf maanden niet gespeeld. ‘Dat was een nogal complex verhaal’, herinnert trainer Peter Bosz zich. ‘Hij kwam geblesseerd binnen en was vooral bezig met zijn blessure. Niet met onze manier van spelen, maar met fit worden. Dat heeft wel wat tijd gekost. Een spits van Vitesse moet meer kunnen dan enkel doelpunten maken. Er ligt een belangrijke taak in balbezit maar ook in verdedigend opzicht. Hij moest duidelijk zijn weg vinden. Inmiddels pikt hij steeds beter op.’

‘De vergelijking met Wilfried Bony slaat helemaal nergens op’

Dauda onderscheidde zich met vier treffers in zijn eerste vier wedstrijden. En dat voor een spits die naar eigen zeggen nog niet op tachtig procent zit. De wat schuchtere bliksemafleider van Kalmar is misschien niet zo snel als Thierry Henry gebleken, maar heeft wel specifieke kwaliteiten. Bosz is benieuwd waartoe de Nigeriaan in staat is. De veelgemaakte vergelijking met Wilfried Bony gaat hij uit de weg. ‘Die vergelijking slaat helemaal nergens op. Dat zijn twee totaal verschillende spelers. Ik vind Bony bij uitstek een spits die met zijn rug naar de goal speelt, terwijl Dauda juist met zijn gezicht naar de goal moet spelen. Bony was niet explosief snel, Dauda juist wel. Laten we maar hopen dat ze beiden even succesvol worden bij Vitesse.’ Volgens Patrick Mörk hoeft Bosz zich geen zorgen te maken. ‘Abi is een sniper. Je ziet hem tachtig minuten niet en boem, daar is-ie. Geef hem vertrouwen, laat hem spelen en hij zal voor je scoren. Dat heeft hij overal gedaan.’

Clubtopscorers van Vitesse

2003/04 Emile Mbamba (Kam) 6
2004/05 Matthew Amoah (Gha) 13
2005/06 Youssouf Hersi 10
2006/07 Danko Lazovic (Ser) 19
2007/08 Santi Kolk 12
2008/09 Ricky van Wolfswinkel 8
2009/10 Santi Kolk/Lasse Nilsson (Zwe) 7
2010/11 Marcus Pedersen (Noo) 5
2011/12 Wilfried Bony (Ivo) 12
2012/13 Wilfried Bony (Ivo) 31
2013/14 Lucas Piazon (Bra) 11

De littekens van een automonteur

Abiola Adedeji Dauda. Drie namen prijkten er in zijn allereerste paspoort. Geboren op 3 februari 1988 in Lagos. Het was in een van de buitenwijken van de miljoenenstad. Als de zoon van een automonteur had de latere spits van Vitesse een vrij goed bestaan, al waren er nogal wat monden te voeden. Dauda’s vader was getrouwd met drie vrouwen en kreeg in totaal twaalf kinderen. Ze zijn te herkennen aan de littekens, recht onder beide ogen. ‘Dat is ons familieteken’, vertelt de aanvaller. ‘Die moet ik na een maand of zes hebben gekregen. Het is een gebruik in het westen van Nigeria. Mijn broers hebben hetzelfde litteken.'

'Ik kom uit een hecht gezin en heb lang opgekeken tegen de dag dat ik achttien zou worden. Ik had een voetbaldroom en wist dat ik mijn familie zou moeten verlaten. Die eerste zes maanden in Zweden waren verschrikkelijk. De taal, het weer, de mensen, het eten, de cultuur… Alles was anders. Bleef ik hele dagen binnen, speelde ik alleen op de PlayStation. Later ben ik van de mensen in Sölvesborg gaan houden. Het was inderdaad het begin van wat ik een voetbalsprookje noem. Misschien moet ik later maar een boek schrijven over al mijn belevenissen.’

Volgens Dauda is het geen toeval dat hij nu in Nederland speelt. ‘In Zweden heb ik veel Eredivisie-wedstrijden gezien. Wat opviel was dat veel spitsen vanuit Zweden naar Nederland gingen. Zlatan Ibrahimovic, Markus Rosenberg, Ola Toivonen en eerder al Henrik Larsson. Dat wilde ik ook. Uiteindelijk heb ik een paar jaar moeten wachten, maar toen Vitesse kwam heb ik de kans gepakt. Wel waren er hoge verwachtingen. Teamgenoten vertelden me dat er snel doelpunten moesten komen. Toch was ik vooral nerveus voor de medische keuring, ik had bijna vijf maanden niet gespeeld. Uiteindelijk is alles op zijn plaats gevallen. Vergis je niet, ik ben nog lang niet honderd procent. Nederland heeft de echte Dauda nog niet gezien.’
 

VI / Foto’s SV

Hoofdsponsor: